Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen antwoordde Bileam, en zeide tot de dienaren van Balak: Wanneer Balak mij [18]zijn huis vol zilver en goud gave, zo vermocht ik niet [19]het bevel des [20]HEEREN mijns Gods te overtreden, om te doen klein of groot. 18. Hebreeuws, de volheid van zijn huis. 19. Hebreeuws, den mond. 20. Hieruit blijkt dat Bileam enigermate den waren God gekend heeft ten aanzien van deze handeling, doch niet geheel noch oprechtelijk.